Haagsche Courant |
door Roos van Put
Overzichtstentoonstelling 'Kees Andrea 90 jaar' in
het Haags Gemeentemuseum (Stadhouderslaan 41). Te zien tot en met 23 januari.
Zie: http://www.gemeentemuseum.nl/
Het kunstenaarschap van
Kees Andrea bestrijkt maar liefst zestig jaar. Bovendien hebben generaties
na-oorlogse kunstenaars les van hem gehad. Twee jaar geleden legde hij het
penseel definitief neer. Het Haags Gemeentemuseum eert hem nu, bij zijn 90ste
verjaardag, met een overzichtsexpositie.
Kees Andrea: 'Mijn werk gaat
over de wonderlijkheid van het bestaan, over het raadselachtige van het
leven.' (foto Evert Jan Daniels) |
DEN HAAG | Hij schuifelt enigszins stram met een
wandelstok door de tentoonstellingszaal, maar dat is dan ook het enige waaruit
de hoge leeftijd van Kees Andrea (1914) blijkt. Het gezicht van deze Haagse
kunstenaar is bijna rimpelloos, anekdotes uit zijn leven en de gesprekken die
daarbij zijn gevoerd weet hij vrijwel exact – grenzend aan een fotografisch
geheugen – na te vertellen. Niet verwonderlijk dan ook dat hij vaak nog precies
weet in welke tijd een schilderij is ontstaan en zo hoeft hij ook niet lang na
te denken als het om de titel van een werk gaat.
Het Gemeentemuseum Den Haag
eert de 90ste verjaardag van Kees Andrea met een overzichtstentoonstelling. Te
zien zijn schilderijen die gedurende zijn kunstenaarsbestaan – dat maar liefst
zestig jaar bestrijkt – zijn ontstaan; ook werken waarvan nooit afstand heeft
willen doen. Derhalve krijgt de beschouwer enkele unieke stukken te zien waarmee
Andrea niet eerder naar buiten trad. Zoals twee schilderijen met als onderwerp
het interieur van een Spaans restaurant. "Mijn vrouw was erg gehecht aan deze
werken, ze hingen bij ons thuis in de woonkamer", zegt Andrea.
Interieurs
vormen een belangrijk thema in zijn werk, daarnaast komen landschappen voor –
vaak gebaseerd op de reizen die hij maakte, maar aangevuld met fictieve
elementen of gehuld in een fantasiesfeer.
Artistiek inhoudelijk terugkerende
thematiek in zijn oeuvre is tevens de gedroomde realiteit, die Andrea zich laat
afspelen in ruimtes waarin mens en dier – veelal in een ongewone setting – zijn
samengebracht. Dit zijn taferelen die wat betreft inhoud neigen naar het
surrealisme maar die in beeldtaal een realiteitsgehalte bezitten, een stijl van
schilderen die ook wel wordt aangeduid met quasi naïef. Andrea: "Mijn werk gaat
in het algemeen over de wonderlijkheid van het bestaan, over het raadselachtige
van het leven."
Pionier
Kees Andrea is in vele opzichten
een pionier geweest. Hij werd op jonge leeftijd lid van het Haagse
Schilderkundig Genootschap Pulchri. "Ik was in 1937 het jongste lid, dat toen
nog een oude herengezelschap was waar je bijna niet in kwam". Ook staat hij aan
de wieg van de kunstenaarsgroep Verve. Een groep die werd gevormd door destijds
vooruitstrevende Haagse kunstenaars, allen figuratief werkend. Leden waren onder
anderen Theo Bitter, Jan van Heel, Nol Kroes, Willem Schrofer en Frans de
Wit.
Hij volgde zijn opleiding aan de Koninklijke Academie van Beeldende
Kunsten in Den Haag, richtte zich gedurende zijn carrière op tekenen en
schilderen maar heeft ook geëtst, daarnaast maakte hij litho's en ontwerpen voor
gobelins, wandmozaïken. Tot slot heeft hij ook nog glas-in-lood-ramen
gemaakt.
Vormend voor Andrea waren zijn reizen naar het buitenland,
uitstapjes die hij al op jonge leeftijd maakte. Zo is hij één van de drie
geselecteerde kunstenaars die binnen een uitwisselingsprogramma naar Hongarije
reist, dat doet hij al in 1939. Een andere reis die van belang voor hem is
geweest is die naar Spanje, in 1949. Hij verblijft daar enkele maanden.
"Ik
had een beurs van de overheid gekregen en ben naar Spanje afgereisd. Mijn vrouw
is mij later gevolgd, zij is komen liften, samen met een goede vriend van ons.
Kun je je voorstellen wat dat in die tijd betekende? Spanje was zich net aan het
herstellen van de burgeroorlog en het land was straat- en straatarm. Maar de
mensen daar waren heel blij om buitenlanders te zien. Als ik in een winkel iets
wilde kopen, riep iedereen in koor dat zij het wilden betalen. Fantastisch was
dat en onwerkelijk als je bedenkt dat dit vandaag de dag ook nog zou kunnen
gebeuren."
Door het zuidelijke klimaat, de inheemse folklore, verhalen,
legenden en door de kleuren die Kees Andrea daar ziet veranderen onder het licht
van de zon of in de sluier van de schaduw, ontwikkelt hij zich tot een colorist
pur sang. En het is in zo'n land dat hij Van Gogh, een kunstenaar die hij enorm
bewondert, in kleuren terug ziet.
Appeltjes
De wijze van
schilderen van Kees Andrea wordt vrijer, de okers en bruinen uit de vroege jaren
maken plaats voor rode en gele varianten, witten en zwarten zet hij in om grote
contrasten aan te geven. Het levert schilderijen op, gevat in een on-Nederlands
palet, met als onderwerp droomwerelden. Andrea laat de toeschouwer toetreden tot
een fantasiewereld waarin personen zo uit mythes en sagen weggelopen lijken te
zijn; ze dragen vreemde masker, typisch mannelijke dieren zoals bokken, hanen en
stieren komen voor, de klok van de tijd is in zijn wereld gevat in vlammen en
een dansende satyr bevolkt met zijn vrienden een huiskamer.
Op de
tentoonstelling is echter ook een serie werken te zien die verre van imaginair
is. Het onderwerp: appeltjes. "Picasso heeft ooit eens gezegd dat aan de wijze
waarop iemand appeltjes schildert je kunt zien of hij kwaliteiten heeft. Daarom
heb ik die serie appeltjes gemaakt."
Het zijn werken van klein formaat,
schilderijen waaruit de coloristische kwaliteiten van de kunstenaar
onherroepelijk spreken, werken ook waarin evenveel aandacht aan de vorm is
besteed. En ook is in hier een zeker zinnelijk element te bespeuren, een licht
erotische ondertoon. "In mijn kunst heb ik altijd getracht een zekere noblesse
te brengen."
De serie appeltjes is één van de laatste die Kees Andrea
schilderde, twee jaar geleden heeft hij het penseel neergelegd. "Ik fietste nog
elke dag naar mijn atelier, een half uur heen en een half uur terug. Tijdens een
noodweer kreeg ik opeens een schouderklopje van Onze Lieve Heer die mij vertelde
dat ik zo langzamerhand maar eens moest stoppen. Dat heb ik twee jaar geleden
dan ook gedaan."
verzend | print | abonneren op Haagsche Courant |
Haagsche Courant | 29-11-2004 | Voorpagina |
Copyright © 2004 Haagsche Courant - alle rechten voorbehouden |
Copyright © 2004 Haagsche Courant - alle rechten voorbehouden |